Bij verdere aanscherping van de regels rond de uitstoot van stikstof wordt het mogelijk lastig om nog landbouw te bedrijven in provincies als Gelderland, Noord-Brabant en Overijssel.
Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving in een nieuw rapport.
Het adviesorgaan pleit voor een aanpak op maat per regio.
Als een volgend kabinet besluit de doelstellingen rond de stikstofuitstoot aan te scherpen, zal dat “een ongekende transformatie van het landelijke gebied in Nederland” betekenen. Het zal er zelfs toe leiden dat in de ‘stikstofgevoelige’ provincies Gelderland, Brabant en Overijssel geen landbouw meer mogelijk is, waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een beleidsadvies.
Boerenbedrijven zouden dan namelijk helemaal geen stikstof meer mogen uitstoten. “Zelfs wanneer ze biologisch of extensief zijn of gebruik maken van innovatieve technologie” is daarvoor dan geen ruimte meer, aldus het PBL. En datzelfde geldt min of meer ook als het Europese klimaatdoel van een ‘netto nul’ broeikasgasuitstoot in 2050 één op één doorvertaald wordt naar de Nederlandse landbouw.
Volgens het adviesorgaan kan in plaats van de huidige “niet-gebiedsgerichte” stikstofaanpak beter gekeken worden naar oplossingen per regio. Want het gaat volgens het PBL uiteindelijk om verbetering van de natuurkwaliteit en niet per se om daling van de stikstof. “Daarbij is het verstandig stikstofmaatregelen telkens gebiedsgericht af te wegen tegen natuur- en klimaatdoelen en van begin af aan duidelijk te zijn over het langetermijnperspectief voor de landbouw in de betreffende regio’s.”
De neerslag van stikstof is volgens het PBL “een belangrijke, maar niet de enige indicator” voor de natuurkwaliteit in een specifiek gebied. Als de stikstofnorm ergens overschreden wordt, zorgt dat “niet direct voor verslechtering van de situatie” van de natuur, behalve als dat fors en langdurig gebeurt.
Bij een beperkte overschrijding van de stikstofnormen, kunnen andere factoren veel bepalender zijn voor de natuurkwaliteit. Het PBL denkt dat "de sleutel" voor het verbeteren van natuurkwaliteit daarom ligt bij een integrale strategie, waarbij naast stikstof ook gekeken wordt naar waterbeschikbaarheid en -kwaliteit en de inrichting en de omvang van natuurgebieden.